Nieuws Utrecht zoekt geen krakers, wel leegstaande panden

Utrecht zoekt geen krakers, wel leegstaande panden

*UTRECHT – De gemeente Utrecht gaat justitie en politie niet uit eigen beweging een lijst leveren van gekraakte panden.*

Ook zal ze volgens woordvoerder Natalja Talitsch in het reguliere overleg met die twee instanties niet actief aandringen op ontruiming. Dinsdag ging de Eerste Kamer akkoord met een initiatiefwetsvoorstel van VVD, CDA, CU tegen kraken. Per 1 oktober gaat die wet in.

De Utrechtse gemeenteraad nam donderdag een GroenLinks-motie aan waarin hij het college opdraagt terughoudend te zijn bij de uitvoering van het kraakvebod.

‘Utrecht houdt zich wel aan de wet,’ vertelt Talitsch. Maar zoals altijd heeft ze wel enige vrijheid.

Wethouder Bosch en burgemeester Wolfsen zeiden in de raadsvergadering dat het nog maar de vraag is of ontruimen van gekraakte panden prioriteit krijgt bij de planning in de driehoek politie-justitie-gemeente.

De gemeente Utrecht heeft weinig van doen met kraakpanden. ‘Alleen als er sprake is van gevaar voor de openbare orde of overlast, kan zij bij justitie aandringen op vervolging. Maar zo gaat het nu ook al.’

De VVD is ontstemd over de motie. ‘Gedogen vind ik kwalijk,’ zegt raadslid Eveline Schell. ‘Een kraker eigent zich illegaal iets toe. Als de huiseigenaar aangifte doet, moet gewoon gehandhaafd worden.’

De gemeente gaat, zo zegde Bosch van Wonen toe, wel aan de slag met een ander (niet-strafrechtelijk) onderdeel van de initiatiefwet. Een gemeente kan een verordening maken waarin zij eigenaren verplicht om het te melden als een pand langer dan zes maanden leegstaat. Daarna volgt overleg over de invulling.

Is een gebouw langer dan een jaar niet in gebruik, dan kan Utrecht met zo?n verordening gebruikers voordragen. Voor 1 oktober meldt Bosch hoe groot de leegstand is en wat het beleid wordt.

Op de anti-kraakwet is veel kritiek. Van de vier grote steden, maar ook van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en regeringsadviseur Raad van State.

(Ineke Inklaar)

Bron: "AD Utrecht":http://www.ad.nl/